Leden van de Harddraverijvereniging Heemskerk hadden normaal gesproken rond deze tijd hun kaarten voor de kortebaan op 2 september in de bus ontvangen. Nu de draverij voor de tweede keer op rij door corona geen doorgang kan vinden, vragen de leden zich misschien af: wat is ie nou eigenlijk waard, die ledenkaart? Het bestuur van de harddraverijvereniging heeft daar een antwoord op.
In plaats van 24 paarden die strijden om 6 geldprijzen bieden de ledenkaarten dit jaar kans op in totaal 30 prijzen van € 50 tot € 250 aan cadeaubonnen die kunnen worden besteed bij Heemskerkse ondernemers. De komende week ontvangen alle leden een kaart thuis met daarop twee virtuele entreetickets met elk een uniek nummer. Iedereen maakt dus twee keer kans op een prijs. In totaal wordt er meer dan € 2.000 aan cadeaubonnen uitgekeerd.
“We hebben hiervoor gekozen om onze leden te bedanken voor hun steun aan de vereniging, ook al kan er twee jaar niet worden gekoerst. We vinden het ook geweldig dat in de onzekere periode van de laatste maanden nog heel veel mensen zich als lid hebben aangemeld, zodat we nu ruim over de 2.000 leden zitten,”aldus voorzitter Gerard Post Uiterweer namens het bestuur.
Horeca en sponsors
De keuze om de prijzen samen te stellen uit cadeaubonnen ligt volgens hem voor de hand: “Wij denken dat onze leden hun bonnen graag zullen besteden bij de Heemskerkse horeca, die net als wij de dupe zijn van de coronacrisis. Daarnaast heeft een aantal vaste sponsors laten weten ook graag mee te doen, wat natuurlijk geweldig is.” De bonnen kunnen bij circa 25 Heemskerkse bedrijven worden ingeleverd. De harddraverijvereniging voldoet daarna de rekening. Een soortgelijke winactie op kleinere schaal was onderdeel van de TV-serie ‘Geen Volk, Toch Feest’ op Omroep Heemskerk, die de harddraverijvereniging vorig jaar samen met de organisatie van de wielerronde maakte. “Die serie wordt in de kermisweek trouwens herhaald, aangevuld met een leuke reportage over het Wielercomité, dat ook dit jaar weer op originele wijze van zich zal laten horen.”